Heb jij dat ook wel eens? Je hoort een bepaald liedje op de radio, of ziet een foto of plaatje in een krant of tijdschrift en je associeert dat met een voorwerp, gebeurtenis of persoon uit het verleden. Dat overkwam mij vandaag.

Ik postte deze cartoon op fakebook en tijdens het plaatsen moest ik aan een schoolmaat uit lang vervlogen tijden denken. Ik weet zijn naam nog goed, Lex Roessingh van Iterson was zijn naam. Een enigszins vrijgevochten type waarmee ik enkele MAVO-jaren ben opgetrokken.
Hij had lang blond haar, had een agenda die zo dik was als de bijbel in grote letterformaat, zo vol als die geplakt was met strips van Engelbert de ondeugende hond. Zijn boeken en schoolspullen droeg hij met zich mee in een zogenaamde pukkel in legergroen en zijn fiets had een Puch-stuur en Solexbanden. Hij hulde zich altijd in verschoten jasjes met franjes, gestreepte jeansbroeken, linnen shirts met opdruk en hij bewoog zich voort op suède mocassins. Kortom, hij zag er anders uit dan de meeste leerlingen in die tijd.
Hij was zeker niet dom, maar soms wel een beetje ondeugend. Dat wil zeggen, hij sprak de leraar wel eens tegen en maakte zo nu en dan vreemde geluidjes in de klas. Bij proefwerken had hij een methode ontwikkeld om te kunnen spieken, zo ingenieus dat ik er helaas nooit achter ben gekomen wat die methode was, en gelukkigerwijze de leraar ook niet.
Prima, zul je zeggen, een bijzonder mens. Maar wat heeft dit te maken met je post van die dag? Dat zal ik je vertellen.

Wij kregen Nederlandse les van een man van Surinaamse origine, ene mijnheer Girigori. Geen grap, die man heette echt zo. Tijdens een bepaalde les besprak deze leraar uitvoerig het gebruik van synoniemen als je wat wilt verduidelijken in een geschrift. Hij haalde enkele voorbeelden aan en vroeg de leerlingen toen bij wijze van opdracht enkele synoniemen van het werkwoord ‘gooien’ op te schrijven.
Alle hoofden werden naar de lessenaar gebogen en in het lokaal was de eerste minuten alleen het gekrabbel van pen op papier te horen. Na verloop van tijd werden de briefjes een voor een door de leerlingen voorgelezen en mijnheer Girigori begon de synoniemen van gooien op het bord te schrijven. Zo hadden we de volgende woorden gevonden: werpen, deponeren, smijten, slingeren, smakken, storten, kegelen, mikken, kieperen, en kwakken. Gezamenlijk kwamen we tot een imposante lijst van synoniemen.
Lex daarentegen had als enige een ruime aanvulling op de collectie, die overigens door de leraar niet echt op prijs gesteld werd: flikkeren, donderen, sodemieteren, pleuren, donderstralen, lazeren, keilen, mieteren, teren en tiefen.
Lau – van Tiny en Lau – had het hem niet kunnen verbeteren!