Taal, de brug die mensen verbindt

Helaas is ons Grieks nog steeds niet voldoende ontwikkeld om een gesprek te kunnen voeren. Ik geef het direct toe, het is een schande. Maar het is een moeilijke taal, met als extra drempel het gebruik van naamvallen, wat het nog ingewikkelder maakt. Dan ook nog eens het mannelijk/vrouwelijk obstakel, waar je nogal eens op gewezen wordt.
Voorbeeld: je bestelt een biertje en doet dat vol trots in het Grieks. Ena biera parakalo, zeg je met een trotse glimlach van oor tot oor tegen de ober. Die kijkt je even vol genegenheid aan, want je probeert het toch maar, en verbetert je dan vriendelijk: Oxi, eine mia biera! Want bier is, tot mijn niet geringe verrassing, vrouwelijk en dan is het niet ‘ena’ (1), maar ‘mia’ (1). Ga er maar aanstaan.
En dan vragen mensen soms: waarom spreek je na al die jaren nog steeds geen Grieks? Nou, omdat het zo’n verrekt moeilijke taal is, luidt het antwoord meestal. Ja, maar dat moet je niet zeggen, want dan leer je het nooit, zegt men dan. Dus heb ik een heleboel keer gezegd dat het een makkelijke taal is om te leren, maar ondertussen spreek ik nog steeds geen Grieks.
Gelukkig is daar altijd het Engels, en dus hebben wij geen problemen om onze wensen kenbaar te maken. De meeste Grieken, gewend aan die luie toeristen, spreken goed Engels. Wij zullen dus niet snel verhongeren of verdorsten.

Maar soms komt het bij de wat oudere generatie, geboren vóór het massatoerisme, wel eens voor dat een Griek gebrekkig tot geen Engels spreekt. Zo ook in een van onze favoriete restaurants in Corfu Stad genaamd Ektos Sxediou, bij iedereen beter bekend als de Tsipouradiko. De eigenaar, een bijzonder aardige Griek genaamd Vassilis, is niet heel erg thuis in het Engels. Daarom was het een verrassing voor ons dat hij zowaar een flink woordje Nederlands sprak! Hoe vaak komt dat voor? Meestal beperkt zich dat tot een vluchtige begroeting als ‘Goetemidag’, of ‘Halo’. In het gunstigste geval word je aangesproken met ‘Goe gaat ghet?’, maar verder reikt de kennis van onze taal meestal niet.
Tijdens een van onze bezoeken vroeg Vassilis bij het opnemen van onze bestelling waar wij vandaan kwamen. Ollandia, antwoordden wij in koor. Hij schraapte zijn keel even en zei toen het volgende: Mijn vater vertelde mai te gaan stoederen in Holland. Dat heb iek gedaan, maar iek had aleen aandacht foor die maisjes.
Bam! Dan sta je wel even te klapperen met je oren, nietwaar? Dus maken wij hem een enorm compliment, omdat Nederlands zo mogelijk nog ingewikkelder is dan Grieks. En Vassilis vervolgt minzaam lachend zijn weg.

Na een uitstekend maal genoten te hebben, vraag ik aan George, de zoon van Vassilis, de rekening. Die wordt gebracht en ik vertel George het verhaal van zijn vader die verrassend goed Nederlands blijkt te spreken. Hij schudt zijn hoofd en lacht, zegt dan: Follow me.
Ik volg hem naar de ruimte waar de kassa staat en dus niet toegankelijk voor gasten. Hij wijst mij op een half vergaan A4-tje dat aan de muur hangt. Daarop geprint het volgende:
My father told me to go to study in the UK. I did that, but I only paid attention to the pretty girls.
Mon père m’a dit d’aller étudier en France. Je l’ai fait, mais je n’ai prêté attention qu’aux jolies filles.
Mijn vader vertelde mij te gaan studeren in Holland. Dat heb ik gedaan, maar ik had alleen aandacht voor de mooie meisjes.
Mein Vater sagte mir, ich solle nach Deutschland gehen, um dort zu studieren. Das habe ich getan, aber ich habe nur auf die hübschen Mädchen geachtet.
Mio padre mi ha detto di andare a studiare in Italia. L’ho fatto, ma ho prestato attenzione solo alle belle ragazze.
Grappenmakers, die Grieken!

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven